De Vrienden van Park Kethel kregen een berichtje van één van de Facebookvolgers over een jonge Ransuil op het dak van haar woning. De jonge ransuilen staan op het punt van uit ‘vliegen’. Ze houden op deze manier nog even contact met de ouders. Het is een hoog klaaglijke gepiep dat eigenlijk nog het meest lijkt op het geluid van een slecht geoliede scharnier van een deur. Het kan vele uren aanhouden en je makkelijk uit je slaap houden. Jonge ransuilen zijn knap lawaaiig! Ransuilen broeden tegenwoordig vaak midden in of heel dicht bij woonwijken. Dit, omdat de havik, hun grootste vijand, daar relatief weinig voorkomt. Ze maken zelf geen nest, maar broeden bij voorkeur in een verlaten kraaien of eksternest.
Deze uilen had een nest gemaakt in het Geriefbos van Park Kethel ( De boeren gebruikten dit stukje bos en het hout om meubels, klompen, manden en gereedschap van te maken en om te stoken ). De jongen worden takkelingen genoemd, want ze klimmen en klauteren dan over takken in de buurt van het nest. Jonge ransuilen verlaten medio juni/juli hun nest waarna ze via dit piepende geluid contact houden met hun ouders. Die moeten weten waar de jonge vogels zich bevinden om zo hun gevangen prooi aan ze te kunnen voeren. Hun roep is lastig te traceren, zeker als je niet weet waar je moet zoeken. En wie verwacht er nu midden in een woonwijk een uil in een boom of op het dak die urenlang hetzelfde piepende geluid maakt? In de wintermaanden zoeken de ransuilen ook de stad op om er succesvol te overwinteren. Blijkbaar vinden ze daar gemakkelijker en ook meer voedsel. Rustige woonwijken aan de rand van een stad of dorp genieten hun voorkeur; soms settelen ze zich gewoon in bomen op woonerven. Vooral berken zijn geliefde rust- of roestbomen.