Pas als je aan de slag gaat in Park Kethel en je, anders dan een gemiddelde gebruiker of bezoeker, je verdiept in de structuur, de zichtlijnen en de historie van het park zie je pas dat dit stukje groen, midden tussen de wijken van Schiedam-Noord, uniek is.
In de jaren 70, bij de planning van de nieuwe woonwijken van Schiedam Noord moest de gemeente rekening houden met een noodzakelijke groenvoorziening. De gereserveerde groene ruimte werd geprojecteerd in het weide gebied direct ten noorden van het dorp Kethel. Het gebied is bij de ontwikkeling van de nieuwbouwwijken open gelaten, niet opgehoogd en zijn de randen terughoudend vormgegeven. Het Landschapspark Kethel moest een groenvoorziening worden voor de hele stad. Mede daarom, kreeg Schiedam subsidie van het rijk voor de aanleg ervan.
Herman Metske Ketel, op 5 Januari 1940 geboren te Almelo, kwam op 12 jarige leeftijd naar Delft. Het gezin Ketel met 6 kinderen verhuisde naar Delft vanwege de aanstelling van vader Ketel als universitair Wis- en Natuurkunde docent aan de Technische Hogeschool. De tuin en de natuur waren de hobby van de exacte geest van de vader van Herman. Die belangstelling voor de natuur heeft bij de jonge Herman het zaadje geplant om na zijn middelbare school zijn opleiding in deze richting te kiezen. Hij studeerde aan de Hogere Tuinbouw Opleiding te Boskoop en behaalde in 1966 zijn bull op de afdeling Tuinarchitectuur. Tijdens deze opleiding vervulde Herman zijn stage bij de gemeente Schiedam en kon na het behalen van zijn diploma meteen ook aan de slag bij de Plantsoenendienst van de gemeente. Herman kwam te werken op de ontwerp afdeling van de Stadskwekerij van Schiedam. Op deze afdeling hield men zich, in die tijd, bezig met de kweek en de aanleg van al het groen in de stad. Onder de bezielende leiding van bosbouwkundige C.W. Hoogeweij, chef bij de Plantsoenendienst en Harm de Block, de opperbaas bij Gemeentewerken, ontwikkelde Herman zich snel tot een geïnspireerde, bedreven en ervaren landschapsarchitect.
Hoe toepasselijk was het dat Herman Ketel in 1970 opdracht kreeg om de vormgeving van Landschapspark Kethel voor zijn rekening te nemen. De opdracht was om met het park een natuurlijke overgang te creëren tussen de stad en het landelijke gebied van Midden Delfland.
Herman ging voortvarend aan de slag en hanteerde een natuurlijke en organische ontwerpstijl voor het park, maar zocht ook naar de controverse. Hij koos voor harmonie met de directe en wijdere omgeving enerzijds, maar zocht ook naar het contrast tussen grijs en groen. Hij maakte gebruik van inheemse bomen en planten, passend bij de beplantingstypes ontleend aan het agrarische cultuurlandschap. Herman hield rekening met de behoeften van de mensen en de natuur en had aandacht voor ecologische principes. Herman creëerde ruimtes en corridors tussen de wijken met zichtlijnen die zowel functioneel als esthetisch waren. Hij verbond met groene ‘’linten’’ Landschapspark Kethel, via de Harreweg, met Midden-Delfland. Via de Kerkweg de verbinding met de Poldervaart en via het Jaap de Raat pad de aansluiting met het Beatrixpark. Park Kethel vormt vanuit Schiedam de entree/poort naar de buitengebieden en Midden Delfland en andersom is Park Kethel de toegang tot de stad.
Kenmerkend voor Landschapspark Kethel, is dat het slechts voor een beperkt deel is aangelegd. Daardoor is het park een terugblik naar het oude Hollandse weidelandschap, met de eeuwenoude structuur van weides, dijken en sloten.
Denk nu niet dat zijn visie, het ontwerp en uitvoering snel geregeld en beklonken waren. Zeker niet. Andere ideeën, tegenwerking, maar ook eigenzinnigheid leidde tot lange discussies. Zelfs de kleur van de koeien, roodbont of zwart kwam ter tafel.
De aanleg van Landschapspark Kethel kreeg gestalte tussen 1970 en 1980. Uiteindelijk heeft Herman met zijn liefde voor de natuur, zijn verzamelde kennis, zijn vrije inspiratie, zijn onuitputtelijke enthousiasme en vasthoudendheid, een uniek park voor Schiedam weten te vormen met de naam Park Kethel. Hoewel bescheiden was hij blij en trots op het eindresultaat.
Door een reactie op een kleine advertentie in de krant kon het gezin van Herman Ketel hun flatwoning ruilen voor een ruimere eengezinswoning. De verrassing was dat de eengezinswoning aan het Hermuspad en direct aan Park Kethel lag en vrij uitzicht had. Hoe dicht kun je bij je eigen werk komen te wonen!. Herman was een echt buitenmens en dit gaf hem de gelegenheid om zonder belemmeringen de natuur in te stappen. Hij was elke morgen om 6:00u in ‘’zijn’’ geliefde park te vinden.
Herman was een gelovig mens, die de “blije” evangelische boodschap uitdroeg in navolging van de bekende evangelist Billy Graham. Het uitdragen van de blije Bijbelse boodschap werd een belangrijke opdracht. Deze zendingsopdracht zorgde ervoor dat het gezin Ketel met vijf kinderen tijdens de zomervakanties, met de caravan of camper, reizen maakte naar het toenmalige Tsjecho-Slowakije, Polen, Roemenië en Rusland voor de organisatie “Open Doors”, opgericht door Anne van der Bijl. Dit leverde bijzondere en soms spannende vakanties op, omdat in de vervoersmiddelen bijbels verstopt zaten, die in de betrokken landen verboden waren. Het smokkelen van deze verboden literatuur was niet zonder gevaar. Het werd gezien als hulp van boven dat dit allemaal goed is verlopen.
In het begin van de jaren 80 werd Herman gemeentelijk coördinator bij de voorbereiding en de bouw van het crematorium Beukenhof. Hij was toen chef van de afdeling Begraafplaatsen/Crematorium/Kwekerij en Schooltuinen van de dienst Gemeentewerken Schiedam. Een wonderlijke combinatie van het ontstaan, de groei, de dood en het begraven en/of cremeren. Maar vanuit zijn professionele en gelovige achtergrond kon Herman dit gemakkelijk combineren. De architect en de aannemer, in samenspraak met Herman, maar ook de plaatselijk uitvaartondernemers, hebben zorg besteed aan de ambiance rond de crematie. Het crematorium en de omgeving heeft Herman geprobeerd als een huiskamer in te richten. Na voltooiing werd Herman directeur van de Beukenhof en zorgde hij er voor dat ook de ambtelijke administratie rond de dood zo piëteitvol mogelijk kon verlopen. Ook werd het personeel met zorg gekozen. Een vriendelijke koffiedame en hartelijk suppoost kunnen een troostende indruk geven. De grootste uitdaging is geen vergissingen te maken
In ongeveer dezelfde periode in de jaren 80 kwam er bij de Stadsregio Rotterdam een plan op tafel kwam om de tram naar Vlaardingen-Holy dwars door Park Kethel aan te leggen. De authenticiteit van het dorp Kethel, Park Kethel en de verdere omgeving ging Herman zwaar aan het hart. Herman, samen met omwonenden van Park Kethel hebben zich met succes ingespannen om tot een ander tracé te komen.
Naast zijn werk als landschapsarchitect, was Herman ook een enthousiaste hobby fotograaf en kon zijn lol op met het vastleggen van de natuur, de zichtlijnen, het gebruik van Park Kethel en de veranderende seizoenen in het park. In samenwerking met een docent van de SKVR Beeldfabriek Rotterdam is er een collectie van het werk van Herman samengebracht in een gebonden fotoboek. Het boek geeft hele mooie sfeerbeelden van het park.
Herman kleedde zich zijn hele leven lang opvallend en flamboyant. Een pak met vlinderstrik in bonte kleuren en een leesbrilletje op de punt van zijn neus was zijn standaard outfit. Maar ook een baseball cap mocht niet ontbreken, maar altijd matchend bij de kleur van zijn verdere vrolijke kleding.
Tijdens de tweede Corona-golf in 2020 is Herman, op 80-jarige leeftijd, plotseling komen te overlijden. Zijn laatste rustplaats heeft hij gevonden op de begraafplaats van de Dorpskerk van Kethel, dichtbij zijn geliefde park.
De Vrienden van Park Kethel willen met dit veel te korte levensverhaal van Herman Ketel eer bewijzen aan de architect van Park Kethel. Hoe toepasselijk dat slecht een ‘h’ het verschil is tussen de bedenker en zijn creatie.
Opsteller Chris Osephius
met de plezierige en inspirerende hulp van Nanny Ketel
weduwe van Herman Ketel